Direct door naar content
Handicapclassificaties para-atletiek; hoe werken ze? afbeelding nieuwsbericht

Handicapclassificaties para-atletiek; hoe werken ze?

22 juli 2024

In de parasport worden atleten gecategoriseerd op basis van hun handicap om eerlijke concurrentie te waarborgen. De classificatie is gericht op de impact van de handicap op de sportbeoefening, en niet op medische indicatie. Hierdoor kunnen verschillende handicaptypes binnen dezelfde klasse vallen.

Atletiek is toegankelijk voor sporters met diverse beperkingen. Klassen worden aangeduid met een T (track – voor loop- en springnummers) of F (field – voor werpnummers). Hoe lager het nummer, hoe groter de invloed van de beperking op de sport.

Para-atletiek kent de volgende classificaties:

  • T/F11 – T/F13: Voor atleten met een visuele beperking. Atleten in de T/F11-categorie zijn blind en gebruiken een guide, terwijl atleten in de hogere klassen nog enig zichtvermogen hebben.
  • T/F20: Voor atleten met een verstandelijke beperking die invloed heeft op hun sportbeoefening.
  • F31 – T/F38: Voor atleten met spasmen, ongecoördineerde bewegingen of spierspanningen, vaak door cerebrale parese of hersenletsel. Klassen 31-34 omvatten zittende atleten (bijv. in een racerolstoel), terwijl atleten in klassen 35-38 beter been- en rompcontrole hebben en staand deelnemen.
  • T/F40 – T/F41: Voor atleten met dwerggroei, waarbij de klasse afhankelijk is van de grootte van de atleet.
  • T/F42 – T/F47, T/F61-64: Voor atleten die een of meerdere ledematen missen. Deze atleten komen staand in actie.
  • T/F51 – T/F54, F55 – F57: Voor atleten met verminderde spierkracht, beperkt bewegingsbereik, ontbrekende ledematen of beenlengteverschil. Deze atleten nemen zittend deel.

Vind jouw sport

Van atletiek tot zwemmen: met onze Sportzoeker vind je gemakkelijk jouw favoriete sport of activiteit. Met meer dan 4250 sportclubs is er altijd een sport die bij je past.

Sport zoeken

Terug naar nieuwsoverzicht

Aanbevolen berichten

Programma van:

Partners: